Gepost door: Frank de Zanger | maart 16, 2018

Boekenweek 2018. Iedere dag een kort verhaal van Frank de Zanger: ‘Een Nieuw Project’ (Bangladesh).

afbeelding Project

afbeelding Agnes de Zanger

 

EEN NIEUW PROJECT                                   Bangladesh, 1997

Het was op een gewone doordeweekse avond dat ik de Nederlandse Club in Dhaka inliep om een biertje te drinken. Twee illustere clubleden stonden aan de bar. Om anonimiteit te garanderen zal ik de heren schuilnamen geven; ik maak er Willem en Piet van.
Willem, zal ik maar zeggen, zit in de textiel. Ik zou hem niet dik willen noemen, zeker niet waar hij bij is, maar een zekere corpulente, wat gedrongen bouw heeft hij toch wel. Willem spreekt alsof hij uit Wassenaar komt; toch is hij geboren en getogen in Ommen.
Piet, om hem zo maar te noemen, werkt voor een concurrerend ingenieursbureau en is een echte Hagenaar. Zijn tongval is dan ook typisch Haags. Piet is lang en slank van bouw. Ik zou hem daarentegen niet voor bonenstaak of zo willen uitmaken; zeker niet waar hij bij is. Wij hadden het volgende gesprek, waarin zaken doen en flexibel reageren de boventoon voerde. Vele managers kunnen hier nog wat van opsteken.

Piet: ‘Hé joh, is dat niets voor jou?’
FdZ: ‘Wat? Wat bedoel je?’
Piet: ‘Nou, dat plan dat we hebben met de Noordzee!’
FdZ: ‘Sorry, ik kan je even niet volgen. Welk plan is dat?’
Piet: ‘Nou, dat we de zaak gaan opspuiten daar; hè. We hebben ruimte nodig, toch!’
FdZ: ‘We hebben ruimte nodig?’
Willem: ‘Ja, maar we laten de Doggersbank met rust!’
FdZ: ‘Oh ja, waarom is dat?’
Willem: ‘Vanwege de haring! Nee, de haring moet vrij kunnen zwemmen. Hou je niet van haring?’
Piet: ‘Ja, dat blijft puur natuur. Wat groeit, groeit; wat bloeit, bloeit. Maar, het gaat wel om de haring! We hebben nog een environmentalist nodig. Is dat niet iets voor jou?’
FdZ: ‘Oh, dus jullie gaan de Noordzee ontwikkelen!’
Piet: ‘Ja, zo zou je dat kunnen zeggen.’
FdZ: ‘Ik heb een grote argwaan tegenover projectontwikkelaars.’
Willem: ‘Dat is volkomen terecht; maar dit is anders.’
Piet: ‘Hé, moet je niet wat hectaren kopen. En niet van dat benauwde, hè. Plots van minimaal duizend vierkante meter. Boot in je achtertuin; je moet lekker kunnen vissen!’
Willem: ‘Ja, en we gaan ook aan sociale woningbouw doen!’
Piet: ‘Ja, maar niet te veel.’
Willem: ‘Niet te veel.’
FdZ: ‘Jullie weten dat Wim de Bie tegen is, hè.’
Piet: ‘Ohhh, maar dat is een eenling! Laat naar je kijken!’
Willem: ‘Ja, en Schiphol sluiten we gelijk. Dat is niets; een soort kindercrèche vergeleken bij wat wij daar gaan realiseren. Hup, dicht met die handel. Er komt een echt vliegveld!’
Piet: ‘Is dat niet iets voor jou. We zoeken nog een environmentalist, die dat es allemaal haarfijn gaat zitten uitpluizen.’
FdZ: ‘Nou, wacht even. Oké, maar dan als geflipte milieuman, anders kan ik het niet maken!’
Willem: ‘Nee, dat is prima.’
FdZ: ‘Maar hoe gaan jullie dempen? Oh, Ik weet het al, met afgekeurde T-shirts!’
Willem: ‘Kan, ja… kan.’
Piet: ‘En aan de buitenzijde, de zeezijde zal ik maar zeggen, zetten we hoge vlaggenmasten neer. Zestig vlaggenmasten, hè Willem.’
Willem: ‘Hele hoge!’
FdZ: ‘Oh ja, waarom is dat?’
Piet: ‘Om die Engelsen te laten zien dat we er nog zijn. Wat zeg jij, Willem?’
Willem: ‘Ja, iedere morgen het Wilhelmus, en die vlaggen omhoog; hup, veertig meter!’
FdZ: ‘Wat zeg je me nou?’
Willem: ‘Ja, ze worden veertig meter hoog!’
Piet: ‘Minstens. Hé, we hebben nog tweeëndertig hectaren over. Iets voor jou? Hé, nemen we er nog één?’
FdZ: ‘Ja, oké, biertje. Maar die vlaggenmasten; ik vind zestig niet voldoende. Het moeten er minstens vijfenzeventig zijn!’
Piet: ‘Ik zeg toch, het worden er vijfenzeventig!’
FdZ: ‘En zestig meter hoog; veertig is te weinig. Nee, als we het doen moeten we het goed doen.’
Willem: ‘Prima, prima; dat is geen enkel probleem. Hé, hoe groot moeten die vlaggen worden? Hebben we het daar al over gehad?’
FdZ: ‘Oh, twaalf bij vijftien meter!’
Piet: ‘Hoe weet jij dat nou zo precies?’
FdZ: ‘Oh, dat weet ik.’
Piet: ‘Nee, dan is het goed. Ja, we moeten die Engelsen goed laten voelen dat we er nog zijn.’
FdZ: ‘Ja, vroeger hebben we die ketting over de Thames toch kapot gevaren. Wie was dat, Willempje III of zo?’
Willem: ‘Ja, en als het nodig is doen we het weer!’
Piet: ‘Zouden ze die nog hebben, die ketting?’
Willem: ‘Hé, meisje, wil je ook mee doen?’
(meisje in lange jurk is naast ons aan de bar komen zitten)
Willem: ‘We hebben nog een… een nimf… een meermin… een zeemeermin nodig; een mascotte! Uhh, Piet, zet haar eens in de juiste positie…. Ja zo, goed zo…. Ja, de juiste lijn.
Nou nee, dat been moet wat hoger opgetrokken. Ja, zo!’
(meisje licht haar jurk wat op, zodat een been even zichtbaar wordt)
Piet, Willem, FdZ: ‘JAAAAAAAAA!!!!!!!! ZOOOOOOOOOOOOOO!!!!!!!!!!!’
Piet, Willem, FdZ: ‘MEISJE WAT WIL JE DRINKEN?’

© Frank de Zanger, uit ‘WERELD-IMPRESSIES VAN EEN JETPLANE-NOMADE’, zie Uitgeverij Tournesol

* * *

De Romans/eBoeken/Luisterboeken van Frank de Zanger zijn te verkrijgen/bestellen bij uw boekhandel en bij webwinkels. Zie Uitgeverij Tournesol: www.tournesol.nl

 


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Categorieën

%d bloggers liken dit: