Romans/eBoeken/Luisterboeken van Frank de Zanger zijn te verkrijgen/bestellen bij uw boekhandel en bij webwinkels. Meer informatie bij Uitgeverij Tournesol: www.tournesol.nl
* * *
MORBIDE VOORKEUR BIJ NEDERLANDSE LEZERS
Gisteren pikte ik de Boekenkrant op (editie februari jl.) en begon er door heen te bladeren. In de Boekenkrant lees je nieuws over pas verschenen Nederlandstalige boeken (ook vertaald werk), informatie over schrijvers, en interviews. Het was een beetje een grijze dag en ik hoopte dat deze boekenpromotiekrant mij zou opfleuren, al was het maar cultureel. Het pakte anders uit; het werd alleen maar grijzer. Ik zou zeggen vijftig tinten grijzer. Ik citeer delen van drie van de vier boekbeschrijvingen onder het kopje ‘Nieuwe Titels’ van Nederlandse schrijvers in de rubriek ‘Literatuur’:
‘Nickie is dood. Het dwarse meisje waar iedereen de pik op had, is ontzield gevonden in een bos. Tobi lijkt er iets mee te maken te hebben. Waarom ging hij anders zoveel met haar om, de weken voor haar dood? Tobi’s moeder was kort daarvoor overleden … ‘
‘Andor sterft bij een ongeluk. Zijn zusje Ana gelooft dat hij bij haar is gebleven na zijn dood en haar helpt bij belangrijke momenten. Dan ontdekt Ana dat haar vader een affaire heeft … ‘
‘De vader van Sada ondergaat een geslachtsverandering. Voor Ada zijn dingen als school en vriendinnetjes voorlopig onbelangrijk … Langzaam ontwricht het gezin.’
Dan wat verderop in de Boekenkrant, onder ‘Nieuwe Titels’ in de rubriek ‘Young Adult’, kom ik slechts twee nieuwe titels tegen. De beschrijvingen gaan als volgt:
‘Nora ontwaakt en ontdekt dat ze op een kerkhof ligt …’
‘Taylor ziet het helemaal voor zich: een hele zomer lang aan het zwembad liggen. Een donderslag bij heldere hemel verplettert die droom. Haar vader heeft nog maar een paar maanden te leven …’
Ik ben geen advertenties van begrafenisondernemers tegengekomen in de Boekenkrant; een gemiste kans lijkt mij voor deze branche. Onder het kopje ‘Nieuwe Titels’ bij het onderdeel non-fictie is het toch bij één van de vier titels weer raak:
‘Klaudia Raczova heeft een lange en vervelende jeugd achter de rug. Ze verbleef in diverse asielcentra in een land dat haar, naar haar gevoel, permanent onwelkom heette. Ze verbleef in een gezin waar haar stiefvader, die verslaafd was aan alcohol, haar sloeg. Ze ondernam zelfs enkele zelfmoordpogingen … ‘
En dan nog een korte beschrijving van een boek, waarvan de schrijfster een interview wordt afgenomen:
‘Harold organiseert een festival, Walhalla. Dan krijgt hij een ongeluk. Hij gaat via de traumakamer het ziekenhuis in, waar hij al snel komt te overlijden … ’
Snel doorbladerend, op zoek naar luchtiger literatuur, stuit je dan weer in de rubriek ‘Leesclub’ op het volgende citaat:
‘In knipperend kermislicht, schuin boven haar, net iets verder het schuurtje in, hing het slappe lichaam van de vrouw van de oude kroegbaas. Aan de ketting voor de roeibootjes hing Geesje, als aan een grijparm, als een knuffelprijs …’
Het zijn niet de boeken die je nou eens lekker bij de openhaard gaat zitten lezen. Een somber volkje die Nederlanders. Is dat de reden dat ik zo graag veel en lang in het buitenland ben? Hoe is het mogelijk dat je dit soort boeken wil lezen, terwijl ziekte en dood in het werkelijke leven om je heen staan? Een merkwaardige, morbide voorkeur heeft het Nederlandse lezerspubliek.
Als schrijver moet je natuurlijk aan de trend meedoen. Want je wil een graantje meepikken in het tranendal. Voor mijn volgende boek zit ik dan ook te denken aan de volgende inhoud:
Jantje, die elf jaar is, heeft het moeilijk thuis. Zijn vader en zijn moeder willen niet deugen. Zijn moeder heeft een affaire met de buurman. Wel zoekt hij regelmatig zijn opa op, waar hij een heel goede band mee heeft. Maar opa komt onder de paardentram, terwijl niemand anno 2012 kon vermoeden dat die nog reed in Amsterdam. Sinds die tijd slentert Jantje hongerig rond in de stad. Toch wordt hij regelmatig in Hotel Krasnapolsky gesignaleerd achter een grote Moorkop. Niemand begrijpt hoe hij dat flikt. Het is maar goed dat hij veel van huis is, want op een dag wordt er vanuit Noord-Korea een raket afgevuurd. Het gevaarte zwabbert wat door de ruimte en knalt na en lange tocht boven op de schuur van de buurman. Van Buurman is nooit meer iets vernomen. Nog geluk dat zijn moeder ook niet in de schuur was. Op dat moment zit ze aardappels te schillen in haar eigen keuken en zij schrikt zo van de inslag bij de buren dat ze zich pardoes flink in de vingers snijdt. Moeder wordt snel in een ziekenwagen naar het ziekenhuis gebracht, maar door een misverstand komt ze niet bij de eerste hulp terecht, maar wordt ze regelrecht de afdeling plastische chirurgie ingereden. Ze wordt voor een ander aangezien en komt uit haar verdoving met twee siliconentieten zo groot als meloenen. Thuis wordt ze door haar man niet meer herkend en de buurman is er ook al niet meer. Moeder komt op straat te staan en leidt verder een zwerversbestaan. Gelukkig kan ze regelmatig bij het Leger des Heils een beetje uitpuffen, alhoewel ze bij de mannen daar heel populair is. Ze begrijpt nog steeds niet hoe dat komt. Jantje zit intussen ook niet stil en weet het tot minister-president te brengen. Tot de zoveelste oorlog met België uitbreekt.
Ja, zo moet het ongeveer worden, en als het toch anders wordt – want Nederlanders zijn niet alleen somber maar ook eigenwijs – dan meld ik het wel.
© Frank de Zanger
19 februari 2013
Geef een reactie