Gepost door: Frank de Zanger | juli 21, 2015

Eerste hoofdstuk roman ‘GEZIEN DE GEKTE’, auteur Frank de Zanger

Roman ‘GEZIEN  DE  GEKTE’  (prijs boek €6,95, e-boek €3,95, zie www.tournesol.nl)

boektrailer van roman ‘GEZIEN DE GEKTE’

 Frank de Zanger

 Uitgeverij Tournesol

Inhoud

1                 Hotel De Zolderkamer

2                 Twee hotelgasten

3                 Dossier Irak

4                 Een eenzame oude man

5                 Old boys network

6                 Het woord

7                 Oliecowboy

8                 De oorlog

9                 Aanval

10               Opzoek

11               Voorjaar

12               Herdenken in mei

13               Na zeven dagen regen

14               City Bar

15               De Zolderkamer

Eerste hoofdstuk 

1        Hotel De Zolderkamer

Hotel De Zolderkamer lag aan de Prinsengracht in de grachtengordel van Amsterdam. Drie oude monumentale panden waren aaneengesmeed tot één hotel. Aan de buitenzijde was dat niet duidelijk te zien. Daar zag je drie afzonderlijke grachtenhuizen met drie verschillende, karakteristieke gevels naast elkaar: een klokgevel, een halsgevel, en een pand met een puntgevel. Twee van de drie huizen hadden stenen trappen naar de oorspronkelijke voordeuren op de hoofdverdieping. Maar deze entrees waren als zodanig niet meer in gebruik. De ingang van het hotel bevond zich op straatniveau in het pand dat op een hoek lag. De hoek gevormd door de weg langs de Prinsengracht en een straat loodrecht daarop, die via een brug over de gracht doorliep richting centrum van de stad. Achter die gevels ging een modern hotel schuil met een restaurant, een eetcafé met leesruimte, een bar, en een fitnessruimte. Eigenlijk ontbrak alleen een zwembad aan dit goed geoutilleerde hotel, dat in deze vorm was verbouwd in 1990 en sinds die tijd goed draaide. Drie etages telde hotel De Zolderkamer boven de hoofdverdieping en het had ook nog een sous terrain. Op de derde en hoogste etage werden enkele luxe appartementen verhuurd voor langere tijd aan welgestelde gasten, die het zich konden veroorloven om in hotelsfeer in de binnenstad van Amsterdam te wonen.

De naam ‘Zolderkamer’ is een voortvloeisel van het hotel dat hier in 1857 werd gevestigd in het middelste van de drie grachtenpanden. De eigenaar hield kantoor in een zolderkamer en dreef hiermee zijn personeel tot gekte. Een lift was er nog niet en dus moest er naar boven worden gelopen voor iedere vraag of mededeling, het brengen van bonnen en het ophalen van rekeningen. Het hotel, dat Hotel Centraal was gedoopt, werd al gauw Hotel De Zolderkamer genoemd. De eigenaar, die volhardde in het bestieren van zijn hotel vanuit een zolderkamer, vond die bijnaam wel grappig. Hij zag in de benaming ‘De Zolderkamer’ ook een bevestiging van zijn manier van doen om het hotel te leiden en in 1859 liet hij het bord aan de gevel, met daarop ‘Hotel Centraal’, vervangen voor een groter bord met ‘Hotel de Zolderkamer’ erop geschilderd in fraai gekrulde letters. Het is altijd zo gebleven. Ook nadat opeenvolgende eigenaars de panden er naast kochten en deze met elkaar verbonden. Iedere keer werd het hotel weer aangepast en gemoderniseerd, totdat het tenslotte een modern hotel was geworden met kamers met aangrenzende badkamers, voorzien van verwarming en airconditioning en grote flat screen TV’s. Natuurlijk ontbrak internet niet en ook werden minibars geplaatst.

Het was op een winderige morgen in maart, in het jaar 2003, dat twee mannen elkaar voor het eerst in Hotel De Zolderkamer ontmoetten. Ze openden op de derde verdieping gelijktijdig hun deuren en zagen de ander aan de overkant van de gang in de deuropening staan. De gang die hen scheidde was breed en met rood tapijt belegd. Daglicht viel naar binnen door een raam aan de voorzijde van het pand. Daar had je altijd, of het nu overdag was of in de avond, een mooi uitzicht over de Prinsengracht.

‘Goede morgen overbuurman. Ik geloof niet dat we elkaar al ontmoet hebben’, zei de ene man, die zijn deur net gesloten had, zijn jaszakken aan het controleren was, en zich afvroeg of hij alles bij zich had.

‘Dat klopt. Twee dagen geleden ben ik hier ingetrokken’, zei de andere man, die zijn jas over zijn arm had hangen. ‘Wel kennis gemaakt met mijn naaste buren, maar ik heb u niet eerder gezien.’

De mannen liepen op elkaar af en gaven elkaar een hand.

‘Johan van der Werf’, zei de één.

‘Wim Bolkenaar’, zei de nieuwkomer.

‘Ook voor langere tijd hier?’, vroeg Van der Werf, wetend dat de appartementen op de derde etage gewoonlijk voor een langere periode werden verhuurd.

‘Ja zeker,’ antwoordde Bolkenaar, ‘wat mij betreft voor onbepaalde tijd. Ik wil Amsterdam goed leren kennen.’

Bolkenaar trok zijn jas aan en haalde een hand door zijn dikke kuif grijs haar.

‘Ach ja, daar heb je tijd voor nodig’, zei Van der Werf. ‘Je bent in Mokum niet gauw uitgekeken.’

Beide mannen, Bolkenaar een halve kop groter dan Van der Werf, liepen een beetje onwennig de gang door naar het centrale deel van de verdieping, om de lift naar beneden te nemen. Er was maar één lift in het hotel, dus het duurde even voordat de deuren openschoven en de lift leeg en uitnodigend klaar stond. Beide heren gaven te kennen dat de ander voor mocht gaan, maar Van der Werf drong er op aan dat Wim Bolkenaar als eerste naar binnen ging.

‘U bent ten slotte de nieuwkomer’, zei hij.

Ze werden geruisloos beneden in de hal afgeleverd. Uit de lift komend, gingen ze naar links. Al pratend liepen ze over de lichte marmeren plavuizen langs de ingang van het eetcafé aan hun rechter hand en vervolgens langs de receptie en de kleine lounge aan de linkerzijde.

‘Morgen Monique’, zei Johan van der Werf en wuifde naar de jonge vrouw die achter de balie zat.

‘Morgen meneer Van der Werf’, zei ze, en ze nam nieuwsgierig de fors gebouwde nieuwkomer op.

Conciërge Bram bromde iets vanachter zijn kleine bureau. Zij daalden vijf treden af naar de entree van het hotel, waarvan de deur al openging omdat er gasten binnenkwamen, en stonden op het trottoir. Er was een wittige zon te zien, maar het was kil en de wind plukte aan hun kragen. De bomen aan de gracht stonden in een pril groen. Voorbode van de lente, maar het was nog niet zover …

‘Ik ga een krantje kopen’, zei Johan van der Werf. Hij haalde een petje uit zijn jaszak en schoof het over zijn dunne witte haar.

‘Ik ga een stuk lopen’, zei Wim Bolkenaar. ‘Voor mij is alles nieuw hier. Ik ga verkennen.’

‘Je moet binnenkort eens een borrel komen drinken.’

‘Graag’, antwoordde Bolkenaar.

Zij wuifden naar elkaar. Wim Bolkenaar ging naar rechts, stak de straat op de hoek over en liep verder langs de oude huizen aan de gracht. Johan van der Werf stak schuin de straat over naar een van de bruggen over de Prinsengracht. Op de brug bleef hij staan om even over de gracht met de aangemeerde woonboten uit te kijken. De zon schitterde in het water en met half dichtgeknepen ogen liep hij verder.

Monique aan de balie had beide heren voorbij zien komen en had de indruk dat het wel klikte tussen die twee. Was wel belangrijk ook, want de vorige bewoner van het appartement waar Bolkenaar was neergestreken, was in zichzelf gekeerd geweest en had eigenlijk geen contact gehad met de andere bewoners van de derde etage. Dit had de sfeer niet bevorderd en daarom rouwde niemand erom toen deze kluizenaar aangaf weer naar Apeldoorn terug te keren.

Monique werd altijd vriendelijk begroet door Johan van der Werf en ook Wim Bolkenaar had haar vriendelijk opgenomen. Niet dat die attenties erg bijzonder voor haar waren, want Monique was mooi. Ze kreeg nu eenmaal veel aandacht van mannen. Maar, bij die oudere heren zat er iets bij van vaderlijke gevoelens en dat gaf – in ieder geval ter afwisseling – een goed gevoel.

  * * *

Informatie en boektrailers: www.tournesol.nl

blog Frank de Zanger: https://frankdezanger.wordpress.com

Voor vragen: info@tournesol.nl

* * *

Romans/eBoeken/Luisterboeken van Frank de Zanger zijn te verkrijgen/bestellen bij uw boekhandel en bij webwinkels, zoals Bol.com, Bruna.nl, Ako.nl, Libris.nl, Blz.nl etc. Meer informatie bij Uitgeverij Tournesol: www.tournesol.nl


Plaats een reactie

Categorieën